Het is lente. De zon schijnt. Sim speelt in de zandbak.
Hij maakt taartjes. Hij doet net of hij een hapje neemt.
Sim vraagt: 'Mama, wil jij ook een taartje?'
'Ja, lekker,' zegt mama. 'Jij maakt heerlijke taartjes!'
'Ik heb geen zin meer om te spelen,' zegt Sim.
Mama heeft een idee. 'Ga je mee naar de kinderboerderij?' vraagt ze.
'Jippie!' roept Sim. 'Dan nemen we brood mee!'
Sim en mama lopen naar de boerderij. Hij is vlakbij hun huis.
Een hondje rent naar hen toe. Het is een klein beestje,
maar hij kan hard blaffen. 'Woef, woef.' Sim is niet bang.
Hij vindt het hondje lief. Het hondje loopt met Sim en mama mee.
Op de boerderij gaan mama en Sim eerst naar de kippen. Ze maken veel kabaal.
'Tok, tok, wij hebben honger,' zeggen ze. Boer Jan strooit maïs in hun ren.
De kippen hebben het druk met eten. Ze pikken ook naar elkaar.
Mama en Sim lopen verder. In de vijver zwemmen eendjes. Het lijkt wel of ze tikkertje spelen. Ze zitten elkaar achterna. 'Kwak, kwak, pak me dan!'
Sim gooit stukjes brood in het water. Alle eendjes willen hetzelfde stukje.
Gelukkig heeft Sim veel brood. Sim neemt zelf ook een stukje.
Hij heeft honger. Mama moet lachen. Ze zegt: 'Hier heb je een krentenbol.'
Mama en Sim rusten even uit op een bankje.
Sim rent alweer verder. Mama loopt rustig achter hem aan. Sim staat bij de varkens.
Hij probeert hun geluid na te doen. 'Knor, knor.' Mama zegt: 'Je moet een beetje
snurken. Net als papa wel eens doet.' Sim probeert: 'Knor, knor.'
De varkens luisteren niet. Ze rollen in de modder. 'Bah, wat vies,' zegt Sim.
'Knor, knor,' antwoorden de varkens.
Boer Jan heeft een emmer in zijn hand. Hij vraagt aan Sim:
'Wil je kijken als ik de koeien melk?' Sim kijkt naar mama. Zij knikt en zegt:
'Dat wil ik ook wel zien!'
De boer zit op een klein krukje naast de koe. Hij zet de emmer onder de uiers.
Zachtjes trekt hij met zijn duim en wijsvinger aan de uier. De melk spuit eruit.
De koe vindt het fijn. 'Boe, boe!' loeit hij. Dan draait hij zijn grote kop om.
Sim schrikt. De boer moet lachen. 'Hij doet niets, hoor! Wil je een beetje melk proeven?' Sim knikt. De melk smaakt heel anders dan thuis.
Mama zegt: 'Kom, we moeten weg. Papa komt zo thuis.' Sim zwaait naar de boer.
'Gaan we morgen weer naar de boerderij? Het is hier zo leuk!'
'Dat zien we nog wel,' zegt mama. Het hondje blaft nog eens: 'Woef, woef, tot ziens!'