dinsdag 17 maart 2009

De oren van koning Midas




Op een dag was koning Midas, de koning van Frygië, bekend om zijn domheid en om zijn mooie rozentuinen, te gast bij een muziekwedstrijd. Het was een belangrijke wedstrijd, tussen twee goden: Apollo, de god van kunst en muziek met zijn lier en de herdersgod Pan met zijn panfluit. Tmolus, een riviergod mag de winnaar aanwijzen. Hij wijst Apollo aan als winnaar. Koning Midas is het daar niet me eens, en dat laat hij merken ook. "Boe, boe!" roept hij "Pan was veel beter!" Apollo kijkt verontwaardigd achterom. Wat een onzin. Niemand is beter dan hij, die domme Midas. Snel trekt hij Midas aan zijn beide oren die prompt veranderen in ezelsoren. Zo!

Midas schaamt zich vreselijk. Had hij zich nou maar nergens mee bemoeid! Gelukkig draagt iedereen in zijn koninkrijk, Frygië, een hoge muts. Koning Midas draagt zijn muts dag en nacht zodat niemand achter het geheim van zijn oren komt. Dat wil zeggen.... bijna niemand: de kapper van de koning wist het natuurlijk wel, dat was onvermijdelijk, maar hij had gezworen het nooit aan iemand te vertellen.

Het kostte de kapper veel moeite zijn grote geheim te bewaren. Op een gegeven moment moest hij het vertellen, hij kon het niet meer voor zich houden. Hij rende buiten de stad, naar de rivier de Pactolus. Daar groef hij snel een kuil. In de kuil fluisterde hij "Midas heeft ezelsoren!" en daarna gooide hij snel de kuil weer dicht. Zo, dat luchtte op, hij was zijn geheim kwijt en niemand zou iets weten.

Na een tijdje begon echter op de plek van de kuil riet te groeien. Steeds als de wind de riethalmen deed ruisen was er gefluister te horen:"Koning Midas heeft ezelsoren !" Binnen de kortste keren kende iedereen in het rijk van Frygië het geheim van de koning. Razend was hij, hij liet de arme kapper ter dood brengen en trok zichzelf voorgoed terug, diep in zijn paleis, waar hij langzaam wegkwijnde.