Moe
Fred de egel is moe. Hij rolde zich lekker op en wachtte op slaap. Met zijn ogen dicht en zijn mond ietsje open. Om diep te kunnen ademen.
Maar de slaap kwam niet.
Misschien lig ik niet goed en kan de slaap er niet bij, peinsde de egel. Nog eens rolde hij zich op, maar nu net iets anders.
In de verte hoorde hij de specht. En ergens anders kraakte een takje.Maar nergens was slaap.
'Wat vervelend,' mopperde de egel. Diep dacht hij na. Misschien moest hij eerst wat drinken. De egel krabbelde overeind en slurpte wat water. Toen rolde hij zich weer op tot een kleine bal en wachtte.
Zijn oogleden voelden zwaar en zijn adem kwam van diep. Maar de slaap bleef weg.
De egel zuchtte. 'Misschien moet ik een stukje wandelen.'
Nog eens stond hij op en hij drentelde wat in het rond.
De egel had de nacht nog nooit goed gezien. Hoog boven hem flonkerden de sterren. En de maan zag hij ook. Het was een heel mooie nacht om te slapen.
Toen hij genoeg had gewandeld, rolde hij zich voor de vierde keer op.
Maar nu was hij helemaal niet moe meer.
'Mooi is dat,' moperde de egel.
Hij dacht aan wat hij nu allemaal zou kunnen gaan doen. Wie weet wat er allemaal 's nachts te beleven viel in het bos. Misschien kon hij de sterren eindelijk tellen. Of wachten tot de zon opkwam. En anders kon hij raar gaan springen. Niemand die het zag.
Maar de egel bleef liggen.
En terwijl hij nadacht, viel hij ongemerkt in slaap ssst ssst.