zondag 21 februari 2010

Logeren bij Sanne






Logeren bij Sanne


Jasper zit in de auto met mamma. Hij gaat logeren bij Sanne.
'Wanneer zijn we er nu?' vraagt Jasper.
'Nog tien minuten', zegt mamma. Jasper kijkt naar buiten. Er staan koeien in de wei en schapen. Jasper steekt zijn tong uit naar de koeien. Maar de koeien zien hem niet. Ze staan rustig gras te eten.
'Zijn we er nou nog niet?' vraagt Jasper ongeduldig. Hij heeft Sanne al een hele poos niet gezien. Sanne is verhuisd naar een andere stad.
Mamma rijdt nu een straat in. Er staan nieuwe huizen. In een van die huizen woont Sanne.
'We moeten bij nummer tien zijn', zegt mamma.
'Daar staat Sanne voor het raam', zegt Jasper juichend. Sanne heeft Jasper ook gezien. Ze springt en zwaait voor het raam. Jasper zwaait terug.
Mamma zet de auto voor de deur. Sanne rent naar Jasper toe.
'Ik heb de hele tijd op je gewacht', zegt Sanne tegen Jasper. Ze pakt hem bij de hand en trekt hem naar binnen.
'Je moet mijn nieuwe kamer zien', zegt Sanne. Mamma en Jaspers moeder lachen en gaan naar binnen.

Op Sannes kamer staat een logeerbed voor Jasper.
'Daar mag jij in slapen', zegt Sanne. Jasper kijkt rond in Sannes kamer. De hamster in de kooi vindt Jasper wel leuk. Jasper kijkt naar Sannes poppen.
'Ik vind je poppen stom. Daar ga ik niet mee spelen hoor', zegt Jasper.
'We kunnen in de tuin spelen. We hebben een schommel en een zandbak en een konijn', zegt Sanne.
Ze gaan naar beneden, de tuin in. Jasper gaat naar het konijnenhok. In het hok zit een wit konijn. Hij aait het konijn over zijn vacht.
'Waarom mag hij niet naar buiten?' vraagt Jasper. Sanne gaat op de schommel zitten.
'Dat mag niet van mijn vader. Hij zegt dat hij wegloopt', zegt Sanne en schommelt heen en weer.
'Mag ik hem even vasthouden?' vraagt Jasper.
'Als jij de schommel duwt', zegt Sanne. Jasper duwt en duwt. Sanne gilt van plezier.
'En nu mag ik konijn vasthouden', zegt Jasper. Sanne maakt het hok open. Ze pakt het konijn en geeft hem aan Jasper. Jasper drukt het konijn tegen zich aan. Maar het konijn wil ontsnappen. Hij glipt uit Jaspers handen en rent over het gras.
Jasper rent hem achterna. Het konijn is naar de buren gerend. Jasper klimt door de heg. Het konijn zit midden in de tuin van de buren. Jasper wil het konijn pakken. De buurvrouw komt de tuin in.
'Wat doe jij in mijn tuin. En wat moet dat konijn hier?' zegt de buurvrouw boos.
'Het konijn is van Sanne. Hij is ontsnapt', zegt Jasper. Jasper wil het konijn pakken. Maar het konijn rent de keuken van de buurvrouw in. Jasper rent ook de keuken in. De buurvrouw er achteraan.
'Wel heb ik ooit, wel heb ik ooit', zegt de buurvrouw. Het konijn zit nu achter het fornuis. Hij wil er niet achter vandaan komen. Sanne is Jasper gevolgd en staat ook in de keuken.
'Oh, ik zie het al jij bent het buurmeisje. Dat konijn is van jou?' vraagt de buurvrouw.
'Jasper kon er niets aan doen. Hij had hem heel goed vast', zegt Sanne.
'Nou ja, het is al goed', zegt de buurvrouw.
'Ik help jullie het konijn te pakken'. De buurvrouw pakt een bezem uit de schuur. De buurvrouw geeft het konijn een zetje met de bezem. Het konijn loopt zo Jaspers armen in.
'Ik heb nog wel een doos', zegt de buurvrouw. Jasper doet het konijn in de doos.
'Ik loop even met jullie mee. Dan kan ik meteen kennismaken met jullie ouders', zegt de buurvrouw.
'Ik logeer hier', zegt Jasper. De buurvrouw lacht en zegt: 'Nou, dat is een spannende logeerpartij'.
De buurvrouw belt aan. Sannes moeder doet open. Ze kijkt verbaasd naar Sanne, Jasper en de buurvrouw.
'Het konijn was ontsnapt. Bij mij de keuken in. Maar we hebben hem gevangen', zegt de buurvrouw. Sannes moeder vraagt de buurvrouw binnen. Jaspers moeder hoort het hele avontuur. Iedereen lacht. Het konijn zit weer veilig in zijn hok.



©Anne de Vries-Neuteboom

zondag 14 februari 2010

De dromedaris en de politie!

De dromedaris en de politie!


Er was eens een dromedaris uit de dierentuin ontsnapt
Hij had bij de groenteboer twee appeltjes gegapt.
De politie was hierover erg boos
Zodat de dromedaris gauw het hazenpad koos.
Hij ging ervandoor en verstopte zich snel
Achter de grote witte auto van tante Nel
Tante Nel zag hem en sprak toen gauw
Ga weg lelijke dief, de politie lust je rauw.
Hij liep door en door en kreeg toen weer dorst
Hij slobberde wat water uit een regenton en heeft daarbij gemorst
Dat vond de eigenaar van de ton niet zo mooi
En riep, als je niet op past dan stop ik je in een kooi
Dat vond de dromedaris weer helemaal niks
Zo vrij rond lopen, dat was pas kicks!
Ondertussen nam hij een hap van zijn appel
En voelde zich meteen iets minder sappel
De politie was nog steeds op zoek naar het enorme beest
Ze waren zelfs al terug naar de dierentuin geweest
Maar daar was onze dromedaris nog niet naartoe
Hij wilde wandelen, zingen en springen en was nog niet moe
De dromedaris liep luid zingend door en door
Maar hij werd nu wel een beetje moe hoor.
Hij was verdwaald en wist niet waar hij was
Tot hij een richting bordje met “dierentuin” las
Hij miste zijn vriendjes de olifant en de leeuw
En bovendien liep hij hier al een hele eeuw
Hij volgde het bordje en kwam al snel
De politie tegen en raakte in de knel.
Gelukkig wist hij weer te ontsnappen
En kon hij zo de dierentuin instappen
Hij staat nu weer vrolijk in zijn kooi
Krijgt iedere dag eten en vers hooi
Hij hoeft nooit meer naar buiten te stappen
Om bij de groenteboer appeltjes te gappen
De politie heeft het zoeken opgegeven
En de dromedaris heeft nu weer een rustig leven…

vrijdag 5 februari 2010

Finist de Valk


Lang geleden was er een rijke handelaar in een dorpje diep in Rusland. Hij was zijn vrouw verloren en woonde samen met zijn drie dochter. De twee oudste dochters hadden alleen maar interesse in feesten en kleren kopen. Zijn jongste dochter, Marya, was de liefste en zorgde voor de huishouding.
Op een koude Russische winterdag ging de handelaar naar de markt en vroeg aan
 zijn dochters wat zij nou eens graag wilden hebben. De twee oudste dochter vroegen om de duurste en mooiste stoffen die er te koop waren om er jurken van te maken, maar Marya wilde niet veel. "Alles wat ik wil hebben" zei zij "is een veer van Finist de Valk"
Toen de handelaar thuis kwam van de markt had hij de duurste, nieuwste en mooiste stoffen meegenomen voor zijn oudste dochters die er maar te vinden waren. 

Jammer genoeg had hij niemand op de markt kunnen vinden die ook maar iets wist van een valk die Finist genoemd werd. Hij had dus niks voor zijn jongste dochter kunnen meenemen.
Op zijn volgende reis ging hij naar een markt nog verder weg van zijn huis. Zijn oudste dochters vroegen nu of hij de duurste en mooiste sjaals mee kon nemen die hij kon vinden.
Marya vroeg maar weer om één ding, een veer van Finist de Valk.
Weer bracht de handelaar de duurste, nieuwste en mooiste sjaals mee voor zijn oudste dochters, en weer kon hij niemand op de markt vinden die ook maar iets wist van Finist de Valk, hoe hij ook zocht en vroeg.
en paar dagen later ging de handelaar weer op weg, nu naar een markt die nog veel verder weg was. Dit keer vroegen zijn oudste dochters of hij de duurste en mooiste oorbellen mee kon nemen die hij maar vinden kon, en Marya vroeg weer maar één ding, een veer van Finist de Valk. Op de markt vond de handelaar de duurste, nieuwste en mooiste oorbellen die er maar te vinden waren. Maar weer kon hij niemand op de markt vinden die ook maar iets wist van Finist de Valk, hoe hij ook zocht en vroeg.
Op weg terug naar huis kwam hij een oude man tegen met een kleine doos in zijn hand."Goeden dag oude man, wat heb je daar in die doos?" vroeg de handelaar.
"Ik heb hier de veer van Finist de Valk" antwoordde de oude man .
De oude man hoorde dit stom verbaast aan en vroeg meteen "Alstublieft oude man, verkoop hem aan mij"

"Deze veer is niet te koop beste man" zei de oude man "maar ik kan hem wel cadeau doen aan een aardige man zoals u"
Toen hij thuis kwam met de veer, kon Marya haar geluk niet op
. Ze rende naar haar kamer en opende de doos. Ze nam de veer eruit en zwaaide hem in de lucht en ineens verscheen Finist de valk. Zij tikte met de veer op de vloer en Finist de valk veranderde in een mooie jonge man. 
Marya en Finist praatte tot diep in de nacht over van alles en nog wat.
De twee oudere dochters hoorden Marya praten met de in haar kamer en zij klopten op de deur en eisten dat zij naar binnen werden gelaten. Voordat de oudste dochters binnen konden komen, veranderde Finist weer in de valk en vloog door het raam naar buiten.
De oudste zusters vonden dus niks in de kamer en wantrouwend verlieten zij de kamer van Marya weer.
De eerst volgende drie nachten kwam Finist de valk binnen gevlogen door het raam van Marya als zij zwaaide met de veer. Maar op de derde nacht zagen de twee oudere zusters Finish wegvliegen. De zusters waren stinkend jaloers en toen Marya even weg was staken zij messen en gebroken stukken glas in het raamkozijn. Marya wist van niks en wachtte zoals de avonden daarvoor op Finist de Valk. Ze was alleen zo moe dat ze in slaap viel en terwijl zij sliep kwam Finist aangevlogen. Hij probeerde door het raam te vliegen maar sneed zich gevaarlijk aan de scherpe voorwerpen die de oudere zusters in het raamkozijn hadden gestoken. Finist de valk riep nog naar Marya "Slaap wel mijn liefste. Ik hou van jou, je zal mij weer vinden". En hij vloog weer weg…

De v
olgende morgen ontdekte Marya de messen en stukken glas die onder het bloed zaten. Ze huilde en riep uit naar Finist. Maar er kwam geen antwoord. Zij besloot om op zoek te gaan naar haar geliefde Finist. Ze liep dag in dag uit door het bos en langs dorpjes op zoek naar haar Finist.
Uiteindelijk kwam ze aan bij een klein hutje.
Een oude vrouw stond in de deuropening en vroeg haar "Waar ga je naartoe mooi meisje?"
Marya antwoordde "Ik ben op zoek naar Finist de valk"
"Oh maar dat is nog een heel eind lopen" zei de oude vrouw. "Ik zal je helpen. Neem deze zilveren schaal en dit gouden ei. Ruil ze niet om voor geld maar ruil ze voor een gesprek met Finist."
Marya nam de Cadeaus aan, bedankte de oude vrouw en ging weer op weg. Onderweg kwam ze nog twee kleine hutjes tegen waarin zusters woonden van de oude vrouw. Zij gaven haar nog twee cadeaus, een gouden naald en een gouden spoel.
Na een tijdje lopen kwam zij bij een groot en mooi paleis. In het dorp bij het paleis hoorde zij dat de prinses uit het paleis met Finist wilde trouwen.
Marya moest hier een stokje voor steken en zij nam dienst in het paleis als bordenwasser om binnen te komen.
Op een avond, na een lange dag hard werken, zat ze op de grond en speelde wat met de zilveren plaat en het gouden ei. Net op dit moment kwam de prinses van het paleis langs en onmiddellijk eiste dat Marya haar de zilveren plaat en het gouden ei verkocht. Marya herinnerde zich het advies van de oude vrouw en zei "Ik kan ze niet verkopen, maar ik kan ze u wel geven als cadeau als u mij deze avond laat spreken met Finist de valk.
De prinses ging akkoord maar ze was wantrouwend en ze st
opte slaappoeder in het eten van Finist.

Later op de avond ging Marya naar Finist kamer en probeerde hem wakker te maken "Finist mijn liefste word wakker". Maar hij was in een diepe slaap en kon niks horen.
De volgende avond gebeurde hetzelfde toen de prinses zag dat Marya met de gouden naald aan het spelen was. Maar ook deze keer was Finist in een diep slaap
Op de derde avond gebeurde weer hetzelfde en gaf Marya het laatste geschenk, de gouden spoel, aan de prinses. Weer ging Marya naar de kamer van Finist en ook deze keer was Finist in een diepe, diepe slaap. Wetend dat zij haar laatste kans had verspeelt begon ze te huilen. Eén van haar tranen viel op de vleugel van Finist. In zijn diepe slaap voelde hij nog het grote verdriet van het meisje. Langzaam werd hij wakker uit zijn diepe slaap, opende zijn ogen en veranderde weer in de mooie jonge man. "Marya mijn liefste, ik ben zo blij om jou te zien".

Zij omarmden elkaar en ontvluchten het paleis van de prinses. Teruggekomen bij het huis van de handelaar betuigden de oudere zusters hun spijt. Marya en Finist vergaven de oudere zusters
Marya en Finist trouwden en de vader gaf een groot feest , en zij leefden nog lang en gelukkig.
EINDE
Bron: Sprookje nu