Het meisje dat mooi wilde zijn ~ door Rosa
Er was eens een meisje dat heel lelijk was, jaren zocht ze naar een man. Maar niemand die haar wilde huwen. Op een dag was ze in het bos, ze zat te huilen boven op een boomstronk. Opeens hoorde ze een stem. Ze keek om en zag een tovenaar. De tovenaar vertelde dat hij haar mooi zou maken voor 10 jaar. Na die tijd zou ze haar oude vorm terug krijgen. Het meisje was verheugd met dit nieuws. 'maar' zei de tovenaar 'na die 10 jaar moet je beloven mijn slaaf te zijn tot in de eeuwigheid.' Het meisje stemde toe, ze was tot alles bereid, als ze maar knap en mooi werd. De tovenaar zei tot ze er maar op een manier on- deruit kon komen. Als ze ooit er genoeg van had, niet meer mooi wou zijn, dan moest ze minstens 5 jaar voor zijn slaaf te worden met een zak op haar hoofd gaan lopen. 5 jaar lang. Dan zou ze vrij zijn. Het meisje knikte. Er zette een mist op, na een minuut was de mist weer weg.
Het meisje dacht dat het niet gebeurt kon zijn en liep terug naar het dorp waar zij woonde. Iedereen keek haar aan en fluisterde zachtjes, Een godin een godin in ons dorp! Elke keer als iemand dat zei keek ze verbaasd om, waar was die zogenaamde godin? Thuis gekomen herkende niemand haar. Maar op het eind geloofde ze haar toch. Ze was gelukkig, ze was de mooiste vrouw in het dorp.
Na 2 jaar kwam er op een dag een rijke koopman in het dorp en hij was zo onder de indruk van het meisje dat hij met haar wilde trouwen. Zij stemde toe en ze trouwden. Ze moest verhuizen naar de stad maar dat deed ze met liefde. Maar haar man was altijd weg, hij was immers een koopman. Maar ze mocht ook nooit het huis uit van haar man. Haar enige vrienden waren de kokin en de dienstbode. Ze voelde zich gevangen. Haar enige uitjes waren etentjes bij 'zijn' vrienden en hun vrouwen die kwebbelde over liefdadigheids instellingen. Alles wat zij daar deed was mooi zitten wezen. Daar was ze goed in. Zij was immers de mooiste vrouw.
Na een jaar getrouwd geweest te zijn besefte ze dat haar leven zinloos was. Zij was het zat op haar uitelijk beordeeld te worden. Ze wilde weer lelijk zijn. Dan wilde de koopman haar vast ook niet meer. Maar hoe kon ze 5 jaar met een zak op haar hoofd lopen zonder dat de koopman het zou merken. Dat was practisch onmogelijk. Maar als zij het niet zou doen zou ze tot in de eeuwigheid slavin zijn van die tovenaar. Haar leven zou dus niet veranderen als ze niet iets deed. Ze besloot te vluchten en in het bos te gaan wonen tot de 5 jaar voorbij waren. Ze deed en grote zwarte cape om en ging ervan door. Ze nam wat eten mee en enkele kledingstukken. Ze nam ook een paar pannetjes mee om in te koken. Zo leefde ze 5 jaar in het bos.
Na 5 jaar stond de tovenaar voor haar. Hij zei; "Zo, je bent verstandig geworden." Het meisje keek omhoog en zei: "Mag ik de zak van mijn hoofd afhalen?" De tovenaar gaf toestemming. Ze deed de zak van haar hoofd. De tovenaar verdween maar hij liet een prachtige jurk voor haar achter. Ze trok hem aan en liep terug naar haar geboorte dorp waar haar ouders woonden. Toen ze haar ouderlijkhuis binnenliep vloog haar moeder haar om de nek. Van haar ouders mocht ze bij hun blijven wonen. Ze hoorde dat de koopman gestorven was. Aangezien zij met hem getrouwd was kreeg zij al zijn bezittingen. Dat was een hoop geld. Ze was gelukkig. Ze was niet de mooiste vrouw maar wel de gelukkigste.