Het eendje dat niet zwemmen durfde
Er was eens een mama eend met allemaal kleine eendjes. Het kleinste eendje van allemaal, dat het laatste uit het ei gekropen was, had een klein wit kuifje op zijn hoofd. De kleine eendjes speelden rond het nest in het riet, toen moeder eend zei: "Kom, kleintjes, we gaan naar het water toe, dan gaan jullie leren zwemmen."
De kleine eendjes waggelden allemaal achter hun mama aan. Het eendje met het witte kuifje was de laatste in de rij.
Toen kwamen ze bij het water. "Kom, kinders, nu allemaal het water in!" riep mama eend. Ze sprong in het water en een voor een sprongen alle kleine eendjes erachteraan. Behalve... het kleine eendje met het witte kuifje. Want die durfde niet.
Verbaasd zwom mama eend weer terug naar de kant. "Hee, wat is dat nou," zei ze. "Waarom ga je ook niet zwemmen?"
Heel zachtjes fluisterde het kleine eendje: "Ik durf niet."
"Je durft niet?" zei moeder eend verbaasd. "Hoe kan dat nou? Je bent toch een eend!"
"Jawel," zei het kleine eendje heel zachtjes, "Maar ik durf niet. Het water is zo groot en zo donker."
"Probeer het maar," zei moeder eend. "Loop een eindje terug, dan neem je een aanloop en één, twee, drie, dan plons je zo het water in."
Het eendje keek naar het water. "Okee," zei hij zachtjes. "Ik ga het proberen."
Hij waggelde naar achteren, nam een grote aanloop en één, twee, drie... Toen stopte het eendje, precies aan de rand van het water. "Nee," zei hij, "ik durf nog steeds niet."
Moeder eend deed haar vleugels in haar zij. "Doe nu eens een teentje in het water," zei ze na lang nadenken. "Dan zul je zien hoe lekker dat is."
Het kleine eendje stopte, heel voorzichtig, één teentje in het water. "Brrr! Wat koud!" riep hij en trok heel snel zijn voet weer terug. "Nee hoor, ik ga niet in het water. Het is veel te groot en te donker en te koud."
Moeder eend kwaakte zachtjes. Wat moest ze nu toch doen?
Net op dat moment kwam kleine Rachel naar de eendjes toe met een zakje brood.
"Hoera!" riepen alle eendjes en waggelden naar haar toe. Mama eend riep haar kindjes. "Kom allemaal naar de kant! Rachel is hier met lekkere stukjes brood. Tijd om te eten!"
De eendjes klommen een voor een op de kant en waggelden achter mama aan naar Rachel toe. Die was al druk bezig om de stukjes brood uit te strooien, op de kant en in het water. De eenden grepen de stukjes met veel gesnater en hapten ze achter elkaar op.
Alleen het kleine eendje met het witte kuifje bleef achter. Rachel pakte een stukje brood en liep naar het eendje toe. "Hallo eendje," zei Rachel, "Wat is er met jou? Lust je geen brood?"
Het kleine eendje schudde zijn hoofdje. "Nee," zei het eendje zachtjes.
"Waarom niet?" vroeg Rachel.
"Omdat ik niet durf te zwemmen."
"Je durft niet te zwemmen?" vroeg Rachel. "Wat is dat nou? Je bent toch een eendje?"
"Ja," zei het kleine eendje, "maar het water is zo groot en zo donker en zo koud, en ik durf niet."
Rachel dacht even na. Toen zei ze: "Ja! Ik weet het! Ik heb thuis nog een klein zwembandje van een pop. Het is roze met kleine gele eendjes. Die ga ik halen."
Ze gaf het kleine eendje het laatste stukje brood en rende naar huis. Het eendje was net met het laatste hapje brood bezig toen ze alweer terug kwam. Ze gaf het kleine eendje het zwembandje. Het paste precies.
"Probeer het eens!" riep Rachel en klapte in haar handjes.
Het eendje waggelde naar de waterkant. Zijn moeder en zijn broertjes en zusjes waren alweer in het water en kwamen aangezwommen. Verbaasd keken ze naar het ding wat het eendje om zijn middel had.
"Wat is dat nou?" vroeg mama eend.
"Dat is een zwembandje, en daarmee ga ik zwemmen." Het kleine eendje nam een aanloop, greep het bandje vast met allebei zijn vleugels, en rende naar het water. Eén, twee, drie... en toen sprong hij pardoes het water in.
"Jaaa!" riep het eendje. "Het werkt!"
En als je nu langs de vijver loopt en je ziet een mama eend met allemaal kleine eendjes, dan zul je zien dat het kleinste eendje van allemaal, die met het witte kuifje, nog steeds het zwembandje van Rachel om heeft.