dinsdag 8 december 2009
Wij nemen even vakantie
Stille nacht, tovernacht
donderdag 3 december 2009
Sinterklaasverhaaltje
In haar grote, mooie kamer zat Betty. Ze schreef een brief aan Sinterklaas. Maar wat ze nu eens vragen zou, wist ze warempel niet. Ze had zo veel! Poppen, boeken, een poppenhuis, een keukentje, en nog véél meer.
Het was wel lastig, als je zooveel had, dacht ze.
Eensklaps werd er buiten hard op de deur geklopt.
Betty liet van schrik haar pen vallen. Zou dat de Sint zijn? Ze hoorde het dienstmeisje opendoen. En even later, daar kwam hij de kamer in, de goede Sint. Zijn trouwe knecht volgde.
"Ik kom eens fijn bij jou op bezoek", zei de Sint.
"Het is buiten zo koud. Mijn neus ziet er pimpelpaars van! Maar hier is het heerlijk, ik ga maar dicht bij de haard zitten. Piet, zoek jij eens wat moois uit voor dit meisje. Ze is vlijtig en braaf geweest". En wat haalde Piet te voorschijn?
Een allerliefste, kleine naaimachine! Die had ze nog niet.
"Luister eens, Betty", zei Sint ernstig, "ik heb gehoord, dat jij zo veel speelgoed hebt. Er zijn wel duizenden kinderen, die ik wat wil brengen. Misschien, heel misschien,vergeet ik er wel eens eentje. Wil jij soms een beetje helpen? Als je hoort, dat een kindje niets gekregen heeft, wil jij het dan wat geven?"
"Natuurlijk", riep Betty, "ik kan best wat missen".
Sinterklaas glimlachte blij, toen hij even later het mooie, grote huis verliet. Hij wist, dat hij er een knechtje bij gekregen had.
Geschreven door: Pierre
maandag 23 november 2009
Er was eens een boer
hij zette het bord aan de kant naast zijn erf.
net toen hij de laatste spijker erin wilde slagen, trok er iemand aan zijn trui.
de boer keek achterom en zag een kleine jongen.
de jongen zei: meneer ik wil een van u puppies kopen.
de boer antwoordeie puppies kosten heel veel geld en ze hebben veel verzorging nodig.
de jongen liet zijn hoofd even hangen.
hij graaide diep in zijn broekzak en haalde een hand vol kleingeld boven en zei: ik heb 39 cent is dat genoeg om eens te kijken? natuurlijk zei de boer. hij floot een deuntje en riep heel luid dolly!!
uit het hok kwam dolly gevolgt door 4 schattige puppies.
de jongen ging een beetje dichter tegen het hek staan.
opeens kwam er nog een puppie uit het hok gehobbeld.
wanhoopig probeerde hij de andere bij te houden.
de jongen keek op en zei tegen de boer: die wil ik.
de boer antwoorde: jongen, die puppie wil je echt niet hij is nooit in staat om te spelen en te rennen zoals de andere hondjes.
toen liet de jongen zijn handen zakken en begon zijn broekspijp op te rollen.
een stalen beugel langs beiden kanten van het beentje kwam tevoorschijn .
het jongentje zei tegen de boer:weet u meneer ik kan ook niet zo goed spelen en rennen en het hondje heeft toch iemand nodig die hem begrijpt.
de boer nam het het hondje op en gaf het aan het jongetje.
hoeveel kost het vroeg het jongetje aan de boer
de boer antwoordde: het is gratis op liefde staat geen prijs!de jongen nam de puppie mee naar huis en ze leefden nog lang en gelukig.
maandag 16 november 2009
De ontmoeting met de eenhoorn
De ontmoeting met de eenhoorn
larissa was een dochter van een rijke weduwe, en ze was 16.
ze had ales wat haar hartje begeerde en ze had ook een hartje van goud. haar oma was sinds kort overleden en sinds die dag bad ze iedere avond voor het slapen gaan tot haar oma en vertelde haar wat ze die dag had meegemaakt. op een dag toen ze een boswandeling ging maken hoorde ze luid gehinnik. instinctief volgde ze het geluid en ze kwam bij een open plek in het bos aan. wat ze zag was echt ongelooflijk. er was een eenhoorn die met haar hoorn vast zat in het hout. dus larissa hielp het dier en nam het mee naar haar huis. ze riep haar moeder en die kwam gelijk naar buiten. och me lieve kind, zei ze. wat heb je me nu? wat een lief dier zeg! en ze aaide het jong. hoe kom je daar aan larissa? ow mam, je gelooft het nooit! ik hoorde haar gehinnik en ging er op af, en toen kwam ik uit bij een open plek midden in het bos, en zag ik haar met haar hoorn vast zitten in het hout! zou ik haar mogen verzorgen tot ze weer wat kracht heeft? ow mijn lieve kind, zei haar moeder. tuurlijk mag dat!zet haar maar in de oude paarden stal naast het huis. dus zo gezegt zo gedaan. larissa ging aan de slag: ze legde lekker veel en vers hooi in de ruime stal, en gaf haar te eten en drinken. dank baar gaf de eenhoorn een iefdevol stootje tegen de arm van larissa. weet je wat? zei larissa tegen de eenhoorn. ik noem je daysie. opgewonden hinnikte daysie naar larissa. larissa had een witte vacht, met een roze gloed over haar mooie lange manen. haar hoor had een zachte gouden gloed. de eerste nacht sliep larissa met deken en al bij daysie in de stal. de volgende dag werd larissa waker met daysie die naast haar lag. larissa ging haar manen en staart helemaal uitborstelen. toen larissa klaar was ging larissa naar haar moeder om met haar te ontbijten. och kind, zei haar moeder. wat ben ik toch blij voor je. dank je moeder, zei larissa. ik ga vandaag met daysie, naar het bos om te zorgen dat ze kan bewegen. toen larissa dus met daysie buiten stond liet daysie blijken dat ze het wel leuk zou vinden dat larissa op haar rug zou gaan zitten. dus voorzichtig ging larissa op haar rug zitten en ze gallopeerden het bos in. maar het werd al snel donker en larissa hoorde het gehuil van wolven!! dus ze fluisterde in daysie's oor: kom op meisje! je kan het! ren voor ons leven terug naar mijn huis! daysie begreep het en toen ze al een roedel wolven zagen gallopeerde daysie zo snel als de wind. maar ze werden al snel gevolgt! kom op meisje, je kunt het!! sneller!! toen ze het huis al voor zich zagen liggen riep larissa om haar moeder, en haar moeder die lekker warm voor de openhaard zat met de poes op schoot hoorde het. ze deed de deur open en liep naar buiten. toen ze larissa met daysie aan zagen galloperen met de wolven achter zich aan liet ze larissa en daysie snel binnen en deed de deur meteen achter hun dicht. daysie moest snel voor de openhaard gaan liggen want dat arme dier was doodop. larissa verzorgde haar vol liefde en hield haar warm door een deken over haar heen te leggen. ze hoorde van buiten nog het gejank van de wolven die zich terug trokken.
toen daysie weer beter was liet larissa haar vrij, maar omdat larissa iedere dag daysie weer terug vond in de stal hield ze haar. en zo leefde ze nog lang en gelukkig.
maandag 9 november 2009
Pimmie het hertje
zaterdag 31 oktober 2009
De lange winterslaap
maandag 26 oktober 2009
Mijnheer fijntjes
maandag 12 oktober 2009
Het gouden meisje
er was eens ..
een jong meisje en ze woonde samen met haar moeder aan de rand van het bos .ze waren zeer arm
op een dag ging het meisje naar het dorp achter eieren voor haar moeder
toen ze aankwam in het dorp was alles veranderd in goud het meisje vroeg zich af hoe dat kon en vlug nam ze alles mee wat mee te nemen viel !want zo zouden zij en haar moeder nooit meer arm hoeven te zijn
het meisje dacht er niet bij na dat dat stelen was plots dook een heks voor haar op en vervloekte het meisje ze zou nooit meer haar moeder terug zien omdat ze spullen had gestolen
het meisje bego n te huilen maar dat hielp niet de heks veranderde het meisje in zilver
500 jaar later stond het meisje in een museum ze had al die jaren wel 1000 mensen aan haar voorbij zien passeren en geen een daarvan zag dat ze weende tot er op een dag een jongen passeerde hij raakte het beeld aan en voelde ploteling water aan zijn hand en keek naar de ogen van het beeld toen hij zag dat ze weende schrok hij toch even maar hij droogde haar tranen en kuste haar hand het meisje werd wakker en ze zou nooit meer wenen want de vloek was verbroken het meisje en de jongen leefden nog lang en gelukkig ..
donderdag 8 oktober 2009
Meneer Bever is ontvoerd
zaterdag 3 oktober 2009
peuter-paddenstoel
zondag 27 september 2009
Kikkers in de soep
zondag 20 september 2009
Het was een mooie dag in de herfst.
dinsdag 15 september 2009
Grootmoedertje Eeuwiggroen
woensdag 9 september 2009
Herfstverhaal
donderdag 3 september 2009
Gestommel op zolder
vrijdag 28 augustus 2009
De goede dennenboom
zaterdag 22 augustus 2009
Lientjes wens
Lientje komt uit school. Haar moeder zwaait naar haar. Maar Lientje ziet het niet. Ze is verdrietig. "Hoe was het op school ?" vraagt moeder.
"Niet Leuk"moppert Lientje. "niemand wil met me spelen , ik heb geen vriendinnetjes"
"Ik zal eens met de juf praten " zegt moeder "want dit kan zo niet langer." Lientje speelt altijd alleen.
Vandaag ook weer . Eerst drinkt ze limonade en krijgt ze een snoepje. Dat vindt Lientje gezellig. Dan gaat Lientje spelen. Haar moeder moet dan weer werken. Zij werkt thuis, maar is altijd druk en heeft `smiddags geen tijd om met Lientje te spelen. Janus haar broer is al groot, die speelt niet met haar. Haar vader werkt op zee die heeft ook geen tijd. Dus gaat Lientje naar boven. Het liefst speelt ze met haar poppenhuis. Haar lievelingspopje is Fruttel. "Ha Fruttel!" roept Lientje "Hoe is het met mijn popje? Voel jij je ook zo verdrietig? Wees maar blij dat je een popje bent en geen kind zoals ik Kom we gaan in bad" Lientje trekt de kleren van Fruttel uit en doet haar in bad. "Ik wil een vriendin, maar hoe doe je dat? Een echte die net zo goed kan luisteren als jij. Eentje om mee te kletsen en te spelen". Lientje gaat door met Fruttel in bad doen en speelt verder. Fruttel zegt niks terug, maar het lijkt wel alsof ze luistert. Lientje vergeet haar verdriet omdat ze zo lekker speelt. Mama roept om te eten. Ze eten kip met rijst en vruchten haar lievelingseten. Na het eten gaat Lientje T.V kijken en dan naar bed. Mama leest haar een verhaaltje voor. Dit keer het sprookje van Assepoester . Lientje heeft een mooi sprookjesboek. ( Ze kreeg het van oma toen ze jarig was.)
Lientje probeert te slapen, maar het lukt haar niet. Ze heeft het warm. "Wat is het warm"zucht ze "Ik zet even het raam verder open" Lientje loopt naar het raam en duwt het meer open. Een fris windje blaast in haar gezicht. Plotseling verschijnt er een fel licht."Schrik niet mijn kind " fluistert een vriendelijke stem. Op de vensterbank zit een elfje.Tenminste dat denkt Lientje want ze heeft in haar sprookjesboek een plaatje gezien van een elfje. Deze lijkt er precies op. "Bent u een elfje" vraagt Lientje zacht. "Ja" antwoordt de vriendelijke stem. "Ik ben een soort elfje. Een toverelfje om precies te zijn.""Wat komt u hier doen?" Vraagt Lientje "Ik kom je helpen "zegt het elfje zacht. "Je bent al zo lang verdrietig en alleen. Willemijn zeg ik tegen mezelf je moet Lientje gelukkig maken en daarom ben ik hier" "Ik kan niet blij zijn. Ik heb geen vriendinnen en ik weet niet hoe je ze krijgt" zegt Lientje.
"Ik ga je helpen" zegt Willemijn , maar je moet zelf goed je best doen. "Ja!"roept Lientje blij. Als ik maar een vriendinnetje krijg" Willemijn kijkt naar Lientje, dan zegt ze: "Ik kan een beetje toveren en de rest moet je zelf doen. Eerst ga ik voor een lolletje zorgen . Waar heb je het sprookjesboek?" "Hier" antwoordt Lientje terwijl ze het sprookjesboek van de grond opraapt. "Goed zo" zegt het elfje vriendelijk "welk sprookje vind je het leukste" Lientje snapt er niks van maar zegt "Assepoester". Voordat Lientje ziet wat er gebeurd is ze in het sprookjesboek beland. Ze is Assepoester geworden. Iedereen om haar heen is echt. Haar stiefmoeder, stiefzusters , petermoei en de prins. En Lientje is Assepoester. Ze vindt het eerst niet leuk." Nu heb ik helemaal niemand . Nu ben ik helemaal alleen" denkt ze. Totdat ze haar petermoei tegen komt en met de prins danst dan is ze blij en gelukkig. En als ze met de prins trouwt is ze helemaal in haar nopjes. Ze danst en zingt. " Dit is wel heel bijzonder" denkt ze "Welk meisje trouwt met een prins." Dan wordt het heel donker en ligt ze weer in haar bed. Daar heeft ze nog een poosje een gek gevoel. Het lijkt wel of ze nog steeds danst. Ze droomt over Assepoester en over de prins. Dan voelt zij zich veranderen. Van binnen wordt ze blij. Ze is niet meer bang.
Vandaag gaat ze wat vrolijker dan anders naar school. Ze voelt zich een prinses. Jiska ( een meisje uit haar klas) vindt Lientje anders. Ze zegt het tegen Ilja. " Er is iets met Lientje ze is zo vrolijk" "ja" antwoordt Ilja " ze kijkt niet meer zo boos ". " Ik vraag haar uit school waarom ze zo blij is " zegt Jiska. Dat doet ze ook . Lientje zegt dan " Ik ben niet meer bang. Eerst wel maar nu niet meer. Jiska snapt er niets van. Dan zegt Lientje " Heb je zin om met mij te spelen?" Dat wil Jiska wel. Ze vindt Lientje een beetje vreemd maar wel aardig . Uit school staat de moeder van Lientje te wachten . Moeder zwaait en Lientje zwaait terug. "Mag Jiska bij me spelen?! " roept ze blij. "Natuurlijk "antwoordt moeder verbaasd.
Jiska en Lientje spelen boven. Het is erg gezellig . Ze spelen met het poppenhuis en maken een mooie tekening . Dan vraagt Jiska " Waarom ben je zo veranderd ?" "Ik snap het niet, eerst keek je altijd boos en nu niet."Lientje zegt "Ik was eerst bang en verdrietig niet boos. Ik speelde altijd alleen. Snap je? "Jiska snapt het niet goed. " Dat komt later wel " denkt ze. Dan zegt ze "Ik vind je aardig zullen we vaker met elkaar spelen ?" Dat wil Lientje heel erg graag.
Als Lientje `s avonds naar bed toe gaat vraagt ze "mam wil jij het sprookje van Assepoester voorlezen ? " Dat wil mama wel . Als het sprookje is afgelopen vertelt ze dat Jiska haar vriendin is Moeder is heel blij voor Lientje en samen geven ze elkaaar een dikke knuffel. "welterusten Lientje "zegt mama "Weltusten mama " gaapt Lientje. Moeder gaat dan blij naar beneden. Maar Lientje kan niet slapen. Dan zet ze het raam weer verder open. Plotseling ziet ze Willemijn . "Willemijn " zegt ze enthousiast "Ik wil je bedanken " Ik ben geen Assepoester maar een prinses" Willemijn glimlacht. "Je bent mijn kleine prinses. Ik ga nu want jij hebt mij niet meer nodig. Dag prinsesje "
Lientje zwaait net zolang totdat Willemijn weg is. Ze gaat nu lekker slapen.
EINDE
Poetsbeer Bram
Poetsbeer Bram daar komt hij aan,
hij poetst alle vieze beren.
Het hele bos is hij rondgegaan,
vieze beren, uit de kleren!
Hij doet ze in een grote ton,
poetst tot hun vachtjes blinken.
Dan lekker drogen in de zon,
niemand hoort te stinken.
Beertje Tom heeft zich verstopt,
hij is bang voor water.
Hij wil niet worden ingesopt,
Beertje Tom is een waterhater.
De beren knijpen hun neuzen dicht,
als ze Beertje Tom zien staan.
Beertje Tom is toen gezwicht
en is naar Poetsbeer Bram gegaan.
Beertje Tom stapt dapper in de ton,
Poetsbeer Bram poetst met luid gezang:
"van dompelton en dompelton"
en Beertje Tom is niet meer bang.
©Anne de Vries-Neuteboom
vrijdag 21 augustus 2009
Springen, springen, op en neer
dinsdag 18 augustus 2009
HUGO EN DE KLEUREN-DIEF
HUGO EN DE KLEUREN-DIEF
Hugo de muis verveelden zich, hij had net een mooie tekening gemaakt en wist niet wat hij nu moest doen. Het is prachtig weer zei zijn moeder ga lekker vissen in de plas achter ons huis. Daar had Hugo wel zin in, hij liep naar de schuur en pakte zijn hengel en vis koffertje en liep naar de plas. Net toen hij lekker zat en zijn hengeltje had uitgegooid hoorde hij geritsel achter zich in het riet. Hij stond op om te gaan kijken. "Ohw help een heks!!!" Riep Hugo. Er zat een heel lelijke vrouw in het riet verstopt. Hugo wilde net wegrennen toen de vrouw zei: "rustig maar, ik ben een goede fee. Ik heb me alleen omgetoverd in een heks. Omdat we gister een gekostumeerd bal hadden in het betoverde woud, en nu kan ik me niet meer terug toveren." De vrouw begon te huilen. "Hoe heet je" vroeg Hugo "en waarom kun je je niet meer terug toveren?" "Ik heet Belinda en ik kan me niet terug toveren, omdat de spreuken uit mijn kleurentoverboek weg zijn. Ik had me boek gister hier in het riet verstopt en toen ik het vanochtend op ging halen waren alle gekleurde spreuken eruit, kijk maar." Belinda liet een groot boek zien met allemaal legen bladzijde. "Ik ga je helpen zoeken naar je toverspreuken" zei Hugo. En samen gingen ze op pad.
Na een half uur lopen zag Hugo aan de kant van de weg een witte paddestoel staan. "Er horen rode stippen op te zitten" zei Belinda tegen Hugo, "de stippen zijn dus ook weg net als mijn toverspreuken." "Ik denk," zei Hugo "dat iemand de kleuren gestolen heeft. Laten we verder zoeken." Na weer een tijdje lopen zagen ze een wit dier, "kijk!" riep Hugo "Zijn kleuren zijn ook gestolen." "Welnee," zei het dier "ik ben een hermelijn en mijn vacht is altijd wit in de winter." Belinda moest een beetje lachen maar Hugo zei boos "een dergelijk foutje kan iedereen maken." Ze liepen weer verder. Het werd al een beetje donker en koud in het bos, maar ze hadden de tover spreuken en de rode stippen van de paddestoel nog niet gevonden. Belinda zei "we moeten een plaatsje vinden om te slapen vannacht. Want het is veel te koud en gevaarlijk in het bos." In de verte zag Hugo een lichtje branden, "daar kunnen we misschien wel overnachten." Ze liepen in de richting van het lichtje, het bleek het huis van een wit konijn te zijn die hen heel vriendelijk binnen liet. "Wat doen jullie nog zo laat buiten in het bos" vroeg het witte konijn. "We zoeken een kleuren-dief" zei Hugo en ze vertelde het hele verhaal aan het witte konijn. "Een kleuren-dief," zei het konijn "daar had ik niet aan gedacht. Zie je ik was gister avond nog een bruin konijn, maar toen ik vanochtend wakker werd was ik zo wit als sneeuw. Niet dat ik wit een lelijke kleur vind maar ik wil graag mijn mooie bruine vachtje terug" zei het konijn. "Jullie kunnen hier blijven slapen en dan kunnen jullie morgen verder zoeken naar de kleuren-dief."
De volgende ochtend werden Belinda en Hugo al vroeg wakker gemaakt door het konijn, en na een stevig ontbijt gingen ze weer op weg, opzoek naar de kleuren-dief. Hoe verder ze het bos in gingen hoe meer kleuren er miste. De bomen hadden geen groene maar witte blaadjes. En de bessen aan de struiken waren ook wit. "We komen in de buurt Belinda" zei Hugo. "Nog even en dan heb jij je gekleurde tover spreuken terug." Na een tijdje lopen kwamen ze op een plek waar alles wit was. De bomen, de bloemen en het pad waar ze op liepen. Alles was wit. Behalve een kasteel dat ze in de verte zagen staan. Daarboven hing een enorme regenboog van kleuren. "Ik denk dat we daar de kleuren-dief kunnen vinden" zei Hugo. Ze liepen naar het kasteel en gingen naar binnen. Binnen zagen ze een mannetje staan die heel boos keek. "Wat doen jullie hier" riep het mannetje. "Wij zoeken de spreuken uit mijn gekleurde tover boek" zei Belinda. "En de rode stippen van de paddestoelen en de bruine kleur van het konijn" zei Hugo. "Die krijgen jullie niet" riep het boze mannetje. "Ik hou alle kleuren voor mezelf. En met de spreuken uit jou spreukenboek kan ik alle kleuren stelen. En ik kan nog veel meer toveren" riep het mannetje. "Ik kan me heel groot maken." "Ohw ja" zei Belinda "laat maar eens zien dan." En het mannetje riep een tover spreuk en er klonk en fluitend geluid en het mannetje schoot de lucht in, totdat hij zijn hoofd stoten aan het plafond. "Zie je wel!" riep hij naar beneden, "nu ben ik zo groot dat ik over alles heen kan kijken." "Dat is heel knap" zei Belinda, "maar ik durf te wedden dat u zich nu niet meer klein kan maken." "Jawel hoor" zei het mannetje. "Ik kan me zo klein maken als een mier." "Laat maar eens zien" riep Hugo, die begreep wat Belinda van plan was.
Het mannetje riep weer een toverspreuk en opnieuw klonk het fluitende geluid. Het mannetje kromp en kromp totdat hij zo klein was als een mier. Hugo pakte snel een potje dat op de tafel stond en zetten die over het piepkleine mannetje heen. "Zo, nu hebben we je gevangen. En vertel nu maar eens waar je de kleuren heb verstopt!" "Daar," piepte het mannetje "in de kast." Belinda deed de kast open en jahoor, daar stond een grote pot met allemaal kleuren. Belinda liep naar buiten en deed de pot open. De kleuren vlogen eruit en schoten alle kanten op. Ook in het spreuken boek van Belinda. Ze deed hem snel open en zocht een spreuk uit om haar weer normaal te maken. Er klonk weer een fluitend geluid en daar stond een prachtige fee in een schitterende jurk. "Dank je wel Hugo, dat je me geholpen hebt zonder jou was het nooit gelukt." En Belinda gaf hem een kus op zijn neus. Hugo werd er helemaal rood van. Belinda moest lachen. "Kom op dan gaan we naar huis. Laat het mannetje maar vrij die kan nu toch geen kwaad meer doen." Samen gingen ze op weg naar huis. Onderweg kwamen ze het konijn tegen ook hij had zijn bruine vacht weer terug. Hij keek naar de mooie Belinda, hij had niet verwacht dat ze zo mooi zou zijn. Toen ze verder liepen zagen ze ook de paddestoel met mooie rode stippen. "Kijk!" zei Hugo "alles is weer normaal." "Ik ben benieuwd of mijn moeder me geloofd als ik dit vertel" zuchtte Hugo. Maar Hugo's moeder was zo blij dat hij weer thuis was dat ze hem meteen geloofde.
EINDE