De ontmoeting met de eenhoorn
larissa was een dochter van een rijke weduwe, en ze was 16.
ze had ales wat haar hartje begeerde en ze had ook een hartje van goud. haar oma was sinds kort overleden en sinds die dag bad ze iedere avond voor het slapen gaan tot haar oma en vertelde haar wat ze die dag had meegemaakt. op een dag toen ze een boswandeling ging maken hoorde ze luid gehinnik. instinctief volgde ze het geluid en ze kwam bij een open plek in het bos aan. wat ze zag was echt ongelooflijk. er was een eenhoorn die met haar hoorn vast zat in het hout. dus larissa hielp het dier en nam het mee naar haar huis. ze riep haar moeder en die kwam gelijk naar buiten. och me lieve kind, zei ze. wat heb je me nu? wat een lief dier zeg! en ze aaide het jong. hoe kom je daar aan larissa? ow mam, je gelooft het nooit! ik hoorde haar gehinnik en ging er op af, en toen kwam ik uit bij een open plek midden in het bos, en zag ik haar met haar hoorn vast zitten in het hout! zou ik haar mogen verzorgen tot ze weer wat kracht heeft? ow mijn lieve kind, zei haar moeder. tuurlijk mag dat!zet haar maar in de oude paarden stal naast het huis. dus zo gezegt zo gedaan. larissa ging aan de slag: ze legde lekker veel en vers hooi in de ruime stal, en gaf haar te eten en drinken. dank baar gaf de eenhoorn een iefdevol stootje tegen de arm van larissa. weet je wat? zei larissa tegen de eenhoorn. ik noem je daysie. opgewonden hinnikte daysie naar larissa. larissa had een witte vacht, met een roze gloed over haar mooie lange manen. haar hoor had een zachte gouden gloed. de eerste nacht sliep larissa met deken en al bij daysie in de stal. de volgende dag werd larissa waker met daysie die naast haar lag. larissa ging haar manen en staart helemaal uitborstelen. toen larissa klaar was ging larissa naar haar moeder om met haar te ontbijten. och kind, zei haar moeder. wat ben ik toch blij voor je. dank je moeder, zei larissa. ik ga vandaag met daysie, naar het bos om te zorgen dat ze kan bewegen. toen larissa dus met daysie buiten stond liet daysie blijken dat ze het wel leuk zou vinden dat larissa op haar rug zou gaan zitten. dus voorzichtig ging larissa op haar rug zitten en ze gallopeerden het bos in. maar het werd al snel donker en larissa hoorde het gehuil van wolven!! dus ze fluisterde in daysie's oor: kom op meisje! je kan het! ren voor ons leven terug naar mijn huis! daysie begreep het en toen ze al een roedel wolven zagen gallopeerde daysie zo snel als de wind. maar ze werden al snel gevolgt! kom op meisje, je kunt het!! sneller!! toen ze het huis al voor zich zagen liggen riep larissa om haar moeder, en haar moeder die lekker warm voor de openhaard zat met de poes op schoot hoorde het. ze deed de deur open en liep naar buiten. toen ze larissa met daysie aan zagen galloperen met de wolven achter zich aan liet ze larissa en daysie snel binnen en deed de deur meteen achter hun dicht. daysie moest snel voor de openhaard gaan liggen want dat arme dier was doodop. larissa verzorgde haar vol liefde en hield haar warm door een deken over haar heen te leggen. ze hoorde van buiten nog het gejank van de wolven die zich terug trokken.
toen daysie weer beter was liet larissa haar vrij, maar omdat larissa iedere dag daysie weer terug vond in de stal hield ze haar. en zo leefde ze nog lang en gelukkig.
Geschreven door: Merel van Laar