De Piraten.
Nou zijn piraten natuurlijk niet echt leuke jongens. Ze proberen andere schepen te overvallen en alles wat van waarde is op dat schip te stelen! Niet leuk dus!
De piraten van dit verhaal zijn al net zo gemeen. Hun kapitein heet Jatmans en de stuurman is Grijpgraag. Als het verhaal begint vaart hun boot, De Kaper, op zee voor de kust van Spanje. Aan boord is iedereen druk in de weer. Het dek wordt geschrobd, zeilen worden gerepareerd en de stuurhut wordt van een nieuw verfje voorzien. Hoog in de mast, in het Kraaiennest, zit de uitkijk. Plotseling klinkt er een kreet van boven: ”Schip aan bakboord!”
Iedereen rent naar bakboord (zoals jullie natuurlijk weten de linkerkant van een boot) en ja hoor, heel in de verte zien ze een flinke boot. “Dat wordt vast een mooie buit”, denken ze. Langzaam komt hun slachtoffer dichterbij. Als de schepen elkaar op 10 meter genaderd zijn roept de kaperkapitein: ”Wij gaan jullie enteren! Wij zijn met meer mensen dan jullie, dus geef je maar meteen over!” De kapitein van de andere boot roept: “Jullie mogen de hele lading zo mee nemen!” Dat vinden de piraten raar. “Wat is jullie lading dan?”, vragen ze. Het antwoord komt met een bulderende lach: “Wij vervoeren mest om de woestijn wat vruchtbaarder te ma ken. Als jullie wat emmers hebben, mogen jullie best wat van die koeienpoep hebben!”
Nou, de kapers ruiken het al. “Wegwezen”, denken ze en zo snel als ze kunnen varen ze weg van het stinkende schip. Was dat even pech voor de piraten?
Die dag gebeurt er niets meer. De volgende dag om een uur of twee de uitkijk: “Boot aan stuurboord!” Met een verrekijker tuurt de kapitein naar de andere boot. Niet zo erg groot deze keer, maar misschien toch de moeite waard. De boot heette de “Volharding”. Een half uur later lagen de schepen weer vlak bij elkaar. “Wat willen jullie?”, vroeg de kapitein van de aangevallen boot. “Alles, wat maar geld waard is!”, riepen de piraten in koor. “Nou, daar zal je dan voor moeten vechten!”, was het antwoord.
De piraten pakten hun enterhaken en even later vlogen de touwen met de haken naar de andere boot toe. Van de zes haken kwamen er drie aan “Volharding” vast te zitten en als apen klommen er drie piraten naar boven. Daar stonden een stelletje matrozen al klaar om ze op te vangen. Met een bijl kapten ze de touwen één voor één door. De piraten vielen in zee en wer den er snel door hun makkers weer uitgevist. Inmiddels waren twee piraten met een klein bootje om het schip heen gevaren. Ze wilden het aan de andere kant aanvallen. Touwen suisden weer door de lucht, piraten klommen weer omhoog en even later stonden ze op het dek van de “Volharding”. Het was ze gelukt!
Één kaper slaagde er in de stuurman te pakken te nemen. Die werd met het entertouw aan de mast vastgebonden, voor de matrozen van de “Vol harding” er iets aan konden doen. Maar één matroos gaf een piraat een stevige duw met zijn schouder. De piraat verloor zijn evenwicht en stortte in het ruim van het schip. Dat was geladen met graan en hoe de piraat ook trapte, hij zakte steeds verder weg. De andere matrozen zagen dat. Hé, dat was een idee. Nu lieten ze de piraten achter elkaar aan boord komen. Daar werden ze snel met een zetje in het ruim geduwd en na een half uurtje was de strijd voorbij. Alle piraten, ook de kapitein, lagen te spartelen in het graan! Na elkaar werden ze opgehesen en stevig vastgebonden. Al gauw lagen er 11 pira ten en een piratenkapitein naast elkaar op het dek. Met een roeibootje werd het piratenschip opgehaald en naar de “Volharding” toegebracht. Met een stevige kabel werd de boot vastge maakt en de “Volharding” begon aan de sleep naar Pescara, de haven van bestemming. Natuur lijk kregen de piraten tijdens de zeereis voldoende te eten, al at de bemanning van de “Volhar ding” beter! Maar dat waren dan ook geen boeven!
Toen bereikten ze Pescara. Via de radio aan boord van het schip hadden ze laten weten, dat ze een stel piraten aan boord hadden. Toen ze afgemeerd waren kwam meteen de Italiaanse politie aan boord. Met boevenwagens werden de kapitein en zijn bemanning weggevoerd. De mannen van de “Volharding” kreeg voor hun vangst een heerlijk maaltje pizza aangeboden en elke man kreeg ook nog eens honderd gulden! De piraten verdwenen stilletjes in de gevangenis...
Bron: De verhaaltjesopa