donderdag 9 december 2010

Naar de kerstmarkt

Naar de kerstmarkt


Mamma, pappa en Sanne lopen op de kerstmarkt. Sanne houdt de hand van pappa en mamma stevig vast. Sanne kijkt haar ogen uit. Er is van alles te zien. Kraampjes met heel veel speelgoed. Kraampjes met papieren kerstklokken en glimmende kerstballen. Kraampjes met kerstmannen van chocola en zuurstokken.
'Mamma, een kerststal', zegt Sanne. Ze trekt mamma en pappa ernaar toe.
'Wat leuk', zegt mamma. Er staan herders, een os en een ezel. In een kribbe ligt een babypop. Ernaast staan Jozef en Maria.
'Het lijkt net een echte baby', zegt Sanne.
'Die pop moet het kindje Jezus voorstellen', zegt mamma.
'Ik vind het kindje Jezus lief', zegt Sanne.
'Het kindje Jezus vindt jou ook lief', zegt mamma.
'Kom, we gaan weer verder. Sanne wil denk ik graag naar de Kerstman', zegt pappa.
'Jaaa! Ik heb een tekening gemaakt voor de Kerstman', zegt Sanne.
Ze gaan het kersthuis binnen en moeten in de rij staan. Er zijn een heleboel andere kinderen. Die willen ook een tekening aan de Kerstman geven.
Eindelijk is Sanne aan de beurt. De Kerstman heeft een grote zilveren baard. Van onder zijn kleine brilletje kijkt hij Sanne vriendelijk aan.
'Zo, zo, daar hebben we Sanne. Ik herkende je meteen'. Sanne glundert en geeft de tekening.
'Je hebt mij prachtig getekend. Op de tekening zie ik er jonger uit', zegt hij.
'Heb je een verlanglijstje?'
'Ja, die heeft mamma voor mij geschreven'.
'Die mag je straks in de grote rode brievenbus doen voor het kersthuis. Dag Sanne, tot volgend jaar'. De Kerstman geeft Sanne een hand.
Buiten stopt Sanne haar verlanglijstje in de bus. Die zit helemaal vol met alle verlanglijstjes van de kinderen.
'Zullen we nu naar de draaimolen gaan? Sanne wil vast wel een rondje draaien op zo'n mooi paard', zegt pappa.
'Pappa ook wel', zegt mamma en lacht.
'Ja hoor, ik ga samen met Sanne in de draaimolen', zegt pappa.
'Jaaa, dat vind ik leuk!' zegt Sanne.
Pappa koopt twee kaartjes. Sanne wordt op een paard getild. Pappa gaat achter Sanne zitten op een ander paard.
De draaimolen draait. De paarden schommelen heen en weer.
'Hop paardje hop!' roept pappa. Sanne moet lachen om die gekke pappa. Mamma staat aan de kant te zwaaien naar Sanne en pappa. Maar Sanne kan niet terugzwaaien. Ze moet de teugels goed vasthouden. Zo draaien ze een heleboel rondjes. Sanne is een beetje dronken als ze weer op de grond staat.
'Je hebt zwieberbenen', zegt mamma.
'Pappa ook', zegt Sanne.
'Ik heb trek in een oliebol', zegt pappa.
'Ik wil ook een oliebol. Met krenten', zegt Sanne. Mamma koopt bij een oliebollenkraam drie grote oliebollen. De mevrouw achter de toonbank gooit er een heleboel poedersuiker overheen.
Met z'n drieën staan ze te smullen. De poedersuiker zit op de jas van mamma, pappa en Sanne.
'Het heeft gesneeuwd', zegt Sanne.
'De lekkerste sneeuw die ik ooit heb geproefd', zegt pappa.
'Misschien hebben we met Kerstmis wel echte sneeuw. Dat zou leuk zijn', zegt mamma.
'Dan ga ik sneeuwballen gooien en een sneeuwpop maken', zegt Sanne.
'Nou, wie weet. Maar nu gaan we naar huis. Het is al laat. Kinderbedtijd', zegt mamma.

©Anne de Vries-Neuteboom