donderdag 25 november 2010

Sinterklaas en Zwarte Piet op de Stoomboot.

Sinterklaas  en Zwarte Piet  op de Stoomboot.

Toen Sint Nicolaas een paar weken geleden in Enkhuizen aan land kwam, wist hij nog niet, wat voor avonturen hem nog te wachten stonden!
Wekenlang sjouwden alle Pieten door Nederland om overal kleine cadeautjes in de schoenen te stoppen. Andere Pieten waren de hele dag druk in de weer om al die pakjes voor 5 december in te pakken en de namen van de kinderen er op te schrijven. Ze hadden het zo druk en er waren zo veel pakjes weg te brengen, dat sommige kinderen al een week eerder de mand of de zak met pakjes kregen.
Maar nu was alles klaar! Het was 6 december, de dag na het grote feest. Alle pakjes waren bij de kinderen gebracht en nu kon de Sint met zijn Pieten weer terug naar het warme Spanje, weg van de Hollandse kou!
De stoomboot lag alweer klaar in de haven van Enkhuizen en de Sint was al aan boord. Hij zat in zijn werkkamer op het schip en toen hij een Piet langs hoorde lopen riep hij: “Hallo Piet, kom eens binnen!”
Piet stapte de kamer van Sint Nicolaas in. Die vroeg aan hem: “Heb jij de HoofdPiet de laatste tijd nog gezien?” “Nee,” antwoordde de Piet, “die is nog even de stad ingelopen om nog een paar dingen te kopen voor de terugreis, maar hij is nog steeds niet terug!”
Dat vond de Sint maar raar. De HoofdPiet wist toch, dat ze vandaag weg zouden varen. Wat kon er toch zijn gebeurd?

In een donkere kelder in een klein zijstraatje in Enkhuizen zat een vreemd stel bij elkaar. Drie mannen waren het. Twee mannen waren echte boeven. Snuf en Snuitje heetten ze. De derde had een prachtig pak aan. Het was de HoofdPiet! Hoe was die daar nou terechtgekomen? Piet was net uit een winkel gekomen, waar hij nog wat lekkere Nederlandse kaas had gekocht, toen er opeens twee kerels op hem af waren gekomen. Die hadden een zak over zijn hoofd gegooid  en hem dat zijstraatje in gesleurd. Snuf zei net tegen Piet: “Zo, en nu vertel jij ons maar eens heel vlug, waar aan boord de overgebleven pakjes zijn neergelegd!”. Piet zei, dat hij dat wel wist, maar dat hij het aan dat stelletje boeven nooit zou vertellen. Dat was wel dapper van die Piet, maar Snuf en Snuitje waren niet van plan hem dan maar te laten lopen. “Nou, goed”, zei Snuitje, “dan stoppen we jou in een donker hok en dan zie je Sinterklaas nooit meer!”

Ondertussen was de Sint toch wel erg ongerust geworden. Hij stuurde de boodschappenpiet naar de politie toe om te vragen of zij mee wilden helpen de HoofdPiet te zoeken. “Wat moest die Piet allemaal kopen?”, vroegen de agenten. Dat wist de boodschappenpiet wel, want hij had zelf een lijstje gemaakt. “Kaas, pindakaas, chocolade hagel, rookworst en boerenkool”, zei de boodschappenpiet. Hij vertelde er meteen bij, dat Piet bijna alles haalde bij Albert Heijn, maar dat de kaas uit een klein kaaswinkeltje moest komen.
De agenten gingen op pad. Eerst gingen ze naar Albert Heijn. Daar wist een meisje aan de kassa nog wel, dat de Hoofdpiet daar was geweest, maar wat hij daarna gedaan had, dat wist ze niet. Toen liepen ze naar de kaasboer. Buiten, voor de deur van de kaaswinkel stonden een paar mensen met elkaar te praten. Een agent vroeg: “Hebben jullie misschien een zwarte Piet gezien?” Nee, niet een zwarte Piet, maar wel wat anders. “Wat dan?”, vroeg de agent weer. “Nou, we zagen zoiets geks! Hier vlak bij werd een man in een vreemde blauw-rode korte broek naar binnen gesleurd! Hij had een zak over zijn hoofd!”
“Weten jullie welk huis hij binnen ging?”, vroegen de twee agenten tegelijk. “Ja, hoor, het was dat huis daar met de smerige vlekken op de deur!”


De agenten stapten op het huis af. “Doe open!”, schreeuwde de kleinste. De grootste agent schopte met zijn schoenen tegen de deur aan. De gammele deur sloeg open en de agenten liepen het huis in. Opeens hoorden ze iemand roepen: “Ik vertel toch niet waar die pakjes zijn!” Toen wisten de agenten genoeg. Ze schopten nog een deur open en daar waren Snuf en Snuitje en Zwarte Piet. Piet was al vastgebonden, die werd gauw losgemaakt. De twee boeven kregen handboeien om en werden naar de gevangenis gebracht. Toen Piet naar zijn boodschappen keek, zag hij, dat de twee schurken de halve kaas hadden opgegeten. Hij ging weer naar de kaasboer toe, die zo blij was, dat alles goed was afgelopen, dat Piet helemaal voor niks een nieuwe kaas mee kreeg. Met alle boodschappen (de boodschappenpiet hielp dragen) kwamen ze weer bij de Sint op de Stoomboot. Een half uur later werd het anker gelicht en voer de boot de haven uit. Op weg naar het paleis van de Sint in Spanje!

Bron: De verhaaltjesopa