dinsdag 22 juni 2010

De olifantjes


In een grote dierentuin in een stad hier heel ver vandaan verwachten twee olifantenmoeders allebei een olifantenkind. Voor het personeel van de dierentuin was dat erg spannend, want je weet maar nooit wat er bij de geboorte van zo'n olifantenjong fout zou kunnen gaan. Het ergste, dat er kon gebeuren was dat de twee moeders èn de twee jonge olifantjes dood zouden gaan. Daar moesten de oppassers maar liever niet aan denken.
Het was op een woensdag, dat het eerste olifantje geboren werd. Alles ging prima! Moeder en kind maakten het heel goed en al heel gauw was het jonge dier lekker melk aan het drinken bij zijn moeder. Zijn tante, de andere aanstaande moeder, kwam er even bij kijken. Die dacht natuurlijk: "Straks heb ik ook zo'n leuk beestje!"
Nou, dat klopte precies! De maandag van de week daarop werd het tweede olifantje geboren! Ook nu ging alles weer goed. De oppassers hadden zich voor niets een heleboel zorgen gemaakt. Nu moesten ze er nog voor zorgen, dat de vaders er niet bij in de buurt konden komen en ook dat lukte weer! O, wat was al het personeel van de dierentuin blij dat alles zo goed was afgelopen.
Het publiek kreeg er nog een paar weekjes niets van te zien. Eerst moesten de jongen dieren samen met hun moeders nog wat sterker worden en dan konden de nieuwe aanwinsten aan de bezoekers worden getoond. Eén dag voor het zo ver was, stond er al een groot artikel in de krant: "KOM NAAR DE DIERENTUIN! KOM NAAR DE JONGE OLIFANTJES KIJKEN!" stond er boven het verhaal. Nou, dat hebben ze in de dierentuin geweten! De volgende dag stonden er een uur voor de opening van de dierentuin al dikke rijen bezoekers voor de poort. Allemaal wilden ze de eersten zijn, die de olifantjes gezien hadden! Toen de poort openging stroomde de mensenmassa naar het gedeelte van de dierentuin waar de olifanten waren.
O, wat werd dat een teleurstelling. Het was net of de olifantenmoeders in de gaten hadden wat er aan de hand was. De kleintjes stonden wel in de olifantenwei, maar niemand zag er ook maar iets van! De beestjes stonden vlak bij het olifantenhuis en de twee moeders stonden voor de jonge dieren. Het enige, dat het publiek kon zien, waren een stel kleine pootjes tussen de grote poten van de oudere dieren. Eén man schreeuwde nog: "Aan de kant dikzakken!" maar de twee moeders deden net of ze gek waren. Ze bleven gewoon staan.
Toen kwam er een oppasser aan! Hij had een grote zak bij zich met allemaal lekkere groente en lekker fruit er in. Al dat heerlijke eten strooide hij zo'n 20 meter van de olifanten af op de grond. Dat bleek een goed idee te zijn! Langzaam maar zeker schuifelden de dikzakken naar het eten toe. De kleintjes bleven eerst nog een poosje bij de muur van hun verblijf staan, maar toen gingen zij samen aan de wandel. Alle mensen juichten toen dat gebeurde. Van schrik stoven de kleintjes weer naar achteren. Het publiek bleef nu stil toekijken wat er verder gebeurde. Op het laatst liepen de jonge dieren overal op de olifantenwei rond. Iedereen vond het een prachtig stel!
De jonkies groeiden goed. Ze kregen nu niet meer alleen moedermelk, maar ze aten ook al van de groenten en van het fruit, dat iedere olifant als voer kreeg. Ze waren nu niet meer zo heel erg klein en helemaal niet meer bang van het publiek. Je zou zelfs kunnen zeggen, dat ze ondeugend werden.
Tussen de wei, waar alle olifanten liepen en het publiek was een strook water. Toen de kleintjes op een keer hadden gezien hoe een ouder dier met zijn slurf water opzoog om dat daarna over zichzelf heen te sproeien, wilden ze dat ook wel eens proberen. Wat hadden ze daar een plezier mee! Ze spoten zichzelf nat en daarna alle ooms en tantes die in het olifantenverblijf woonden. Opeen keer kreeg er één een prachtig idee. Hij zoog zijn slurf goed vol met water en sproeide toen alle mensen, die voor het water stonden te kijken doornat! Dat vond het andere olifantje ook wel een leuk spelletje! En weer ging er een dikke straal water over het publiek heen. De mensen stoven alle kanten op! En de olifantjes? Sommige mensen wisten zeker, dat ze die twee hard hadden horen lachen. De kleintjes hadden trouwens nog een leuk grapje! Als ze hun slurf uitrekten om iets lekkers van iemand uit het publiek aan te pakken, dan hielden ze hun slurf vlak bij het hoofd van zo'n man of vrouw om dan niet het lekkers te pakken, maar hard te trompetteren! Ja, ze leerden ook slechte dingen van de oudere dieren!
Als je ooit hoort, dat er ergens jonge olifantjes in een dierentuin zijn, dan moet je beslist eens gaan kijken!

Bron: De verhaaltjesopa