zondag 13 juni 2010

De kangoeroe


Mijnheer de Kangoeroe had weer eens één van zijn vele reizen gemaakt. Hij was er wel een beetje moe van geworden, maar het was toch een prachtige reis geweest. Hij had weer veel gezien en ook veel gehoord. En hij had een plannetje! Toen hij in het kangoeroedorp aankwam kwamen alle kangoeroemannetjes, kangoeroevrouwtjes, kangoeroejongens en kangoeroemeisjes naar hem toe. Hij keek nog eens naar al die dieren, die daar voor hem stonden en toen zei hij: "Ik heb nou toch wat gehoord! In Sydney worden Olympische spelen gehouden. Daar komen misschien wel meer dan 100 sporters naar toe en dan gaan ze kijken, wie het hardst kan lopen, zwemmen, paardrijden of fietsen en nog veel meer."
"Wat hebben wij daar nou aan!", riepen alle anderen in koor. "Wij kunnen daar toch niet aan mee doen?" Nee, dat kon natuurlijk niet. Maar Mijnheer de Kangoeroe had een ander plannetje. "Weet je wat wij gaan doen?", vroeg hij. Nou, dat wisten ze niet. En toen vertelde hij wat hij van plan was. "We gaan de Kangoeroe Olympische Spelen houden, hier in ons kangoeroedorp! Ik wil wel eens weten, wie het hardst kan zwemmen, lopen, hoogspringen, enzovoort!"
Kees Kangoeroe was de eerste, die met bezwaren kwam. "Ik kan niet eens zwemmen en eigenlijk geloof ik, dat niemand van ons dat kan!", zei hij. Maar Mijnheer de Kangoeroe zei, dat iedereen dat kon leren. Ze moesten maar goed hun best doen en veel trainen, dan kwam alles wel voor elkaar.
De dieren begonnen met het vérspringen, daar waren ze goed in, dachten ze. Op de grond was met een dikke tak een streep getrokken. Daarvoor moesten de springers opspringen. Waar ze neerkwamen kon je goed zien aan de indrukken van hun stevige achterpoten. Karel Kangoeroe was de eerste die sprong. Twee diepe kuilen gaven aan hoever hij was gekomen. Ze hadden natuurlijk geen centimeter, maar het was wel een heel eind! Als tweede sprong koos Kangoeroe. Die kwam veel minder ver. Alleen Kas Kangoeroe sprong nog verder dan Karel en dat vond die Karel niet leuk! Dagenlang zag je overal om het dorp heen kangoeroes vérspringen. Ze vertelden elkaar hun resultaten niet. Dat zou iedereen wel merken als de grote Olympische Dag daar was.
Met het hoogspringen ging het minder goed. Mijnheer de Kangoeroe had gehoord, dat de mensen daarvoor een touwtje tussen twee stokken spanden. Daar moest dan overheen gesprongen worden. Hij spande een stevig touw tussen twee bomen en de eerste springer stormde naar voren. Hij sprong met gemak, dank zij zijn sterke staart over het touw heen. De tweede had pech. Hij bleef net met zijn grote teen achter het touw hangen en viel met een plof op de grond. Au, dat deed zeer! Toen was Mijnheer de Kangoeroe er achter hoe het moest. Hij hing het touw over een paar takken heen en op de einden van het touw legde hij een kluit aarde. En dat werkte goed. Als nu een kangoeroe het touw raakte, dan schoot het onder de aardkluiten vandaan en het arme dier viel tenminste niet op zijn snoet!
Van hardlopen kwam niets terecht. Een fatsoenlijke kangoeroe loopt niet, hij springt! Dat onderdeel werd van het programma geschrapt.
En dat het zwemmen. Dat was ook wat! De meeste kangoeroes waren nog nooit in het water geweest, maar Mijnheer de Kangoeroe sleepte ze mee naar een meertje en daar werden de eerste zwemlessen gegeven. Het bleek al gauw, dat de dieren erg veel moeite hadden om hun zware staart onder water te houden. Maar al waren er een paar, die door met hun poten te trappelen, naar de overkant van het meertje konden zwemmen. Vlug ging het niet, maar ze vonden het toch wel leuk. En toen kwam Kaatje Kangoeroe naar Mijnheer de Kangoeroe toe. "Mogen alleen mannen en jongens maar meedoen?", vroeg ze. "Nee, hoor", zei de wedstrijdleider, "bij de mensen zwemmen ook vrouwtjes mee!" Kaatje haalde een stel vriendinnen bij elkaar en samen melden ze zich voor de eerste les. En wat er toen gebeurde! Al bij de eerste keer, dat de kangoeroedames gingen zwemmen, merkten ze al gauw, dat hun buidel vol met water kwam te staan en dat ze daarom bijna niet vooruit kwamen. Toen ze weer uit het water kwamen, stonden daar vier kangoeroes met een grote buidel vol met water aan de kant. Eentje had er zelfs een vis in! Al gauw sprong er een klein kangoeroetje in een buidel vol water. En een lol dat ze hadden! Van dameszwemmen is nooit wat gekomen, maar soms gingen ze nog wel eens het water in om hun kinderen een pleziertje te doen.
De Olympische spelen werden toch een groot succes. Karel Kangoeroe won met verspringen en Koen Kangoeroe met hoogspringen. De kampioen werd uiteindelijk Kees Kangoeroe. Hij werd eerste bij het zwemmen, tweede bij het hoogspringen en ook tweede bij het verspringen. Medailles kregen ze niet, maar wel een extra lekker kampioensmaaltje eten!

Bron: De verhaaltjesopa