maandag 29 december 2008

Er was eens een eenzame sneeuwpop


Er was eens een eenzame sneeuwpop. Heel alleen stond hij in de tuin waar kinderen hem hadden neergezet. Die kinderen waren daarna weggegaan en hadden hem alleen achtergelaten.
Een beetje zielig stond hij daar, de zon begon te schijnen en hij voelde dat zijn hoed een beetje scheefzakte op zijn bolletje. Dat kwam omdat hij door de zon een klein beetje begon te smelten.
"Stond ik maar in de schaduw"dacht hij, maar ja, daar was niets aan te doen, hij stond in de zon.
Ineens merkte hij dat hij bewegen kon. Dat was raar, zou hij nu ook kunnen lopen?
Hij probeerde het en ja hoor, het lukte hem om voetje voor voetje vooruit te komen. Dit was zijn kans om een schaduwplekje te zoeken. Langzaam schuifelde hij naar een betere plek. Maar wat was dat nou? Hier hoorde hij vrolijke kinderstemmen. Daar moest hij meer van weten.
En zo schuifelde de sneeuwpop de tuin uit. Daar zag hij de kinderen al. O, leuk, ze waren sneeuwballen aan het gooien. Zou hij dat ook kunnen? Proberen maar! En ja, ook dat lukte en al gauw deed hij vrolijk met de kinderen mee. De kinderen vonden het ook prachtig, die hadden nog nooit een sneeuwballengooiende sneeuwpop gezien. De sneeuwpop had zo'n plezier dat hij niet eens doorhad dat hij toch weer in het zonnetje stond.

Toen de kinderen naar binnen gingen om te eten, ging hij ook weer naar zijn plekje in de tuin terug. 
Daar was het zonnetje ondertussen verdwenen. Nu pas merkte hij dat hij toch weer een klein beetje was gesmolten. Het kon hem lekker niets schelen, hij had pezier gehad en sneeuwpoppen smelten toch altijd.

Vanaf zijn plekje zag hij hoe de kinderen in huis aan tafel zaten te eten. En toen het een beetje donker begon te worden zag hij in huis de lampen aangaan. De kinderen werden naar bed gebracht. In de tuin werd het steeds donkerder. Hij besloot ook te gaan slapen, hij was toch wel moe geworden. Welterusten, slaap maar lekker!