maandag 12 april 2010

De Mummie


De Mummie.

Op een mooie, zonnige dag gingen Roel en Wouter met hun vader en moeder naar Londen.
In Londen is het Britse Museum. In dat museum vind je heel veel over Egyptische oudheden en onder anderen zijn er mummies te zien. En dat was iets waar Roel graag wat meer over wilde weten!
In een grote zaal van het museum stond een prachtige sarcofaag. Het deksel stond open en in de sarcofaag lag, onder een glazen plaat, een mummie. Je kon zien, dat het een man was. Op het deksel van de kist was de afbeelding van een man te zien. De mummie zelf zag er uit als een mensenfiguur, gewikkeld in een heleboel oude lappen! Het was heel wonderlijk te bedenken, dat deze man duizenden jaren geleden gestorven was!
Terwijl Roel en Wouter nog vol interesse naar de mummie stonden te kijken, liepen papa en mama alvast door naar de volgende zaal. Opeen kwam er uit een zijdeur een man aanlopen. Hij schroefde het glazen deksel van de mummie los en haalde uit de plooien van de doek, waarin de mummie was gewikkeld, een mooi, oud uitziend mes! Roel vroeg in zijn beste Engels:”Wat gaat U met dat mes doen?” De man antwoordde, dat er over een paar weken een tentoonstelling werd geopend over grafvondsten. Daar zou dat mes bij komen te liggen!
Op dat moment rinkelde de draagbare telefoon van de man. Hij luisterde even en zei toen: “Ik kom er meteen aan!” Hij legde het mes terug in de kist en deed het glazen deksel weer dicht. Achter Roel stond nog een man te kijken. Toen Roel en Wouter weg liepen, stapte die man naar voren, tilde het deksel op en pakte het mes. Wouter zag het nog net! De man stopte het mes in zijn zak en liep verder. Wouter vertelde meteen aan zijn broer wat hij had gezien en samen liepen ze als twee hazen naar papa en mama en vertelden ze wat er was gebeurd. “We moeten achter die dief aangaan!”, riep Roel. Even later zagen ze de man in een volgende zaal. Hij liep heel rustig verder, alsof er niets gebeurd was! Gelukkig kon je hem makkelijk herkennen aan zijn rode jasje en zijn groene broek!
Een kwartier later stonden ze allemaal buiten. Ze volgden de dief naar een metro-station. Daar kocht hij een kaartje en onze vier achtervolgers deden hetzelfde. De man stapte in een trein, zij ook. Roel hing uit het raampje om te kijken af de man misschien op het laatste ogenblik uit stapte, maar dat gebeurde niet. Tijdens de treinreis keken de twee jongens bij elke halte om de beurt naar buiten, maar de man stapte maar niet uit. En toen gebeurde het! Op de zevende halte stond Wouter op de uitkijk. Er gebeurde bijna niets tot de deuren bijna sloten. Toen zag Wouter hoe de man op het nippertje uit de trein stapte. De trein trok meteen op en onze vrienden hadden het nakijken. Twee minuten later stopte de trein alweer op het volgende station. Ze stapten alle vier meteen uit en ze waren nog maar net uit de trein, toen er vanaf de andere kant alweer een trein aankwam. Snel stapten ze in en weer twee minuten later waren ze weer terug op het station waar de boef uitgestapt was. “Kijk!”, gilde Wouter, “daar staat hij nog!” En ja hoor, daar stond de man met het rode jasje en de groene broek weer. Toen hij in de volgende trein instapte deed ons viertal dat natuurlijk ook weer! Nu hadden ze meer geluk. De dief stapte drie haltes verder rustig uit en zijn achtervolgers deden hetzelfde. Via lange roltrappen gingen ze naar boven en naar buiten. De eerste man, die ze boven aan het einde van de roltrap zagen, was een Londense Bobby. Papa ging naar de man toe en vertelde wat er gebeurd was. Daarna liep de politieman meteen naar de dief toe en vroeg hem:”Weet U niet iets af van een uit het Brits museum gestolen mes?” De boef keek of hij het in Keulen hoorde donderen! Hij zei niets, maar ging er bliksemsnel vandoor. De Bobby blies op zijn fluitje en even later zagen onze vrienden hoe vier agenten de dief achterna gingen. Binnen een paar minuten was de man gepakt! De handboeien gingen om en de agent, die bij de trap had gestaan liep op Roel en Wouter af. “Dat hebben jullie goed aangepakt!”, zei hij. In zijn hand had hij het mes. “Dit mes gaan we met zijn allen terug brengen naar het museum!” En zo reden ze even later  met zijn allen door Londen in een echte Engelse politieauto! Naar het museum. De directeur was erg blij, dat het kostbare mes terecht was. In het restaurant van het museum kreeg de hele familie een lekker ijsje en daarna mochten ze nog naar een film kijken over het balsemen van gestorven mensen. Een interessant einde van een spannende dag!
Bron: De Verhaaltjesopa