maandag 26 januari 2009




Hallo, jij daar
Weet jij wel wat voor dier ik ben
Ja goed, zo ik ben een koe
En ik heet Koetjeboe

Niet schrikken hoor
van het geluid dat ik maak


Mijn moeder is een grote koe
En mijn vader nog groter
Hij is een man
en mannetjeskoeien
die noemen ze stier


Wij eten gras
En als meisjeskoeien groot zijn
Dan geven ze heel veel melk
En daar wordt jij weer groot van

Nou, boeboe, ik ga weer verder,
want mijn mama roept
Boeboe
dada
Boeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeee

zondag 25 januari 2009

Koning Winter



Koning Winter
door Belinda Vis (een poppenkastverhaal)

Jasper: Brrrrr! Jonge jonge, wat heb ik het koud zeg! Het is hier in de poppenkast nog steeds geen lente. Dat zou eigenlijk wel zo moeten zijn. 
Mieke: Is dat zo? Hoe zie je eigenlijk wanneer het lente is?? 
Jasper: Weet je dat niet? Dat weet toch iedereen! Jullie weten het wel he!? 
Mieke: Vertel dan, wat hoort er allemaal bij de lente? 
Jasper: Nou, dan komen de bloemen op, dan schijnt de zon en dan wordt het weer lekker warm. En de vogeltjes gaan eieren leggen. 
Mieke: Dus betekent het als het lente wordt dat al die hagel en sneeuw voorbij zijn? 
Jasper: Ja precies, dat heb je goed begrepen. 
Mieke: Joepie!! Ik wil dat het nu meteen lente wordt. 
Jasper: Ja, dat zou ik ook wel willen en dat zou nu ook moeten, maar het gebeurt niet! Oh gatsie, nu gaat het weer zo hard waaien. Horen jullie de wind tekeer gaan? 
Mieke: En als het maar niet ook nog gaat regenen! Terwijl ze dat zegt begint het spontaan te regenen. Nou, ik vind het niks aan zo, ik ga gauw naar binnen!

Er komen stemmetjes uit de grond.

Jasper: horen jullie dat ook? Dat is gek, er komen geluiden uit de grond. Het lijken wel stemmen. Dat kan toch niet?!? Wie is daar? 
Bloemetjes: wij zijn de bloembolletjes. Wij zitten onder de grond. 
Jasper: Waarom zitten jullie onder de grond? Het moet lente worden, dan moeten jullie toch gaan groeien en bloeien? 
Bloemetjes: Wij willen ook dolgraag gaan bloeien, we kunnen niet wachten, maar we durven niet. 
Jasper: Durven niet, waar slaat dat nou op? Wat is er nou eng aan groeien en bloeien?? 
Bloemetjes: Het is ons nog veel te koud. En als we in deze kou gaan groeien en boven de grond komen komt koning Winter en die maakt ons stuk met al zijn hagel, sneeuw en regen!

Er klinkt gehuil van achter een boom.

Jasper: he, wat hoor ik nu weer? Eerst hoor ik al stemmen uit de grond, nu is er een huilende boom! 
Lentefee: Nee, ik ben geen huilende boom! Ik ben de lentefee! 
Jasper: De lentefee? Gelukkig maar, ik dacht al dat ik gek aan het worden was! Maar waarom huil je, lentefee? 
Lentefee: Nou, ja, snik, ik ben gewoon verdrietig. 
Jasper: Maar waarom ben je zo verdrietig? Je kunt het mij heus wel vertellen hoor! 
Lentefee: Nou, snik, de Winterkoning gaat maar niet weg en snik nu kan het geen lente worden. Oh nee!! Daar komt hij aan met zijn nare koude adem, ik moet gauw weg, daar kan ik echt niet tegen!

De wind blaast heel hard, hagel en donder. Koning winter komt op. .

Jasper: Jij moet weg gaan! Je hoort allang weg te zijn. Ik wil je hier niet meer zien tot het herfst is geweest! 
Koning Winter: Hahahaaaa!!!! Ik ga nooit meer weg! Het zal voortaan altijd winter blijven. Koning Winter is vanaf nu de baas over de hele wereld! Altijd en overal zal het koud en guur zijn!! Hahahaaaa!! Heb jij de lentefee toevallig gezien? Ik weet dat ze hier in de buurt moet zijn. Ik ruik namelijk vieze bloemetjes! 
Jasper: Ik wwweet niet wwaaar ze is, mmmeneer. Eerlijk waar niet. 
Koning Winter: vertel op mannetje, volgens mij weet jij heel goed waar dat bloemetjesmens is!!! 
Jasper: Ik vertel het lekker toch niet. 
Koning Winter: dat vind ik erg jammer, ik wilde haar namelijk heel erg graag bevriezen. Zodat ik nooit meer last van haar zal hebben. Zij met haar nare bloemetjes en zonneschijn! Bah!
Jasper: Je lijkt wel een klein kind! Ben jij soms nooit tevreden?! 
Koning Winter: hoe bedoel je dat, waar heb jij het nou weer over?! Mij een klein kind noemen, hoe durf je! Je hebt geluk dat ik je een grappig mannetje vind, maar ieder ander met zo'n grote mond had ik allang bevroren! Maar goed, vertel maar verder jij! 
Jasper: Nou, wat ik bedoel meneer, is dat u nu al drie maanden lang de baas bent geweest. Het is namelijk al zo lang winter. En dat is wel weer genoeg geweest. Je houdt je niet aan de regels! De lentefee is nu aan de beurt! En de mensen zullen je heus niet lief vinden, als je zo lang blijft! 
Koning Winter: wordt woest, er klinken weer geluiden van waaiende wind. Wie denk jij wel dat je bent! Wacht maar jij, ik zal een grote hagelbui neer laten komen, dan kun jij lekker niet buiten spelen! Dan zullen wij eens zien of jij nog steeds zo'n grote mond hebt! Hahahahaaa!

Geluiden van een hagelbui.

Koning Winter loopt weg, lentefee komt weer op (achter de boom vandaan)

Lentefee: Oh, ik ben zo blij dat die nare man eindelijk weer weg is. Ik vind hem echt niet lief. Hoorde je nu wat een nare man hij is? Hij houdt zich helemaal niet aan de regels! 
Jasper: Ja, ik vind het ook een nare man. Hij doet helemaal niet aardig. Maar is er nou echt helemaal niks aan te doen? Ik wil zo dolgraag dat het nu lente wordt! 
Lentefee: Nou, ik weet wel wat. Maar ik weet niet of dat wel gaat lukken. 
Jasper: Nou, vertel het me maar gewoon. We kunnen toch vast wel iets doen. 
Lentefee: Nou, ik weet toevallig dat koning Winter ontzettend bang is voor bloemen. Dus het enige wat we zouden kunnen doen tegen koning Winter is vragen of de bloemen tevoorschijn willen komen. 
Jasper tegen de bloemen onder de grond: bloemen, zouden jullie alsjeblieft tevoorschijn willen komen voor mij? Ik ben namelijk bang dat het zonder jullie hulp altijd winter zal blijven. En dan kunnen jullie nooit meer tevoorschijn komen! 
Bloemen: Nou, lieve Jasper, we zouden je best willen helpen, maar we durven echt niet. het is zo ontzettend koud boven de grond. Misschien gaan we wel stuk als we in deze kou opkomen. 
Jasper: Ja natuurlijk dat snap ik. Maar er zit echt niks anders op. Maar wacht maar, ik heb misschien wel een ideetje. Als de mensen in het publiek nou eens helpen. Willen jullie dat wel? (Jaaaa!!) Als jullie nou eens met zijn allen heel erg hard gaan blazen! Dan houden jullie de lucht warm voor de bloemen totdat Koning Winter weer verdwijnt. 
Bloemen: Ja, dat is een goed idee. Dan durven we het wel.

Koning Winter komt op, de Lentefee en Jasper gaan schuilen in het huisje. Als koning winter opkomt, klinkt er weer het geluid van de wind. Koning Winter heeft een wolk in zijn hand. Hij wilt deze in de lucht hangen.

Koning Winter: zo, nu ga ik eens mooi deze onweerswolk in de lucht hangen. Dat zal die vervelende Lentefee en die brutale jongen eens leren!

Als Koning winter uitgepraat is, klinkt er een belletje en komen een voor een de bloemen tevoorschijn.

Koning Winter: Heeeelp, wat gebeurt er nou? Bloemen! neeeee, daar kan ik niet tegen. Hellup. Wie doet dit! Owh nee, ik ga al weg. 
Jasper: ja, stomme koning Winter. Dat zal je leren! Misschien dat je voortaan gewoon op tijd weggaat! 
Koning Winter: ja, dat zal ik doen. Eerlijk waar! Voortaan ga ik gewoon netjes op 21 maart weg. Ik beloof het. Als jullie maar niet nog eens de bloemen boven laten komen! 
Lentefee: Oh Jasper, wat ontzettend dapper van je! Ik had dit nooit alleen gekund! 
Jasper: Nou, dit heb je niet alleen aan mij te danken hoor! De grootste dank is voor de bloemen. De bloemen zijn zo dapper geweest om toch naar boven te komen, ook al was het zo koud. 
Bloemen: maar wij hebben het ook niet alleen gedaan. Al die mensen daar in het publiek. Zij hebben ons weer geholpen. Want zij hebben het warm gemaakt voor ons. 
Lentefee: Drie hoeraatjes voor iedereen! 
Alle poppen: Hoera, hoera, hoera!!! 
Jasper: kom op, we gaan voetballen. Ik ga eerst mijn muts afzetten en dan kunnen we lekker buiten gaan spelen. Ik zal Mie ke eerst ook even ophalen.


dinsdag 20 januari 2009

Basje op de trampoline



Springen, springen, op en neer,
op de trampoline keer op keer.
Kijk Basje daar toch gaan,
hij wil springen naar de maan.
Hoger, hoger, zonder zucht
met z'n benen in de lucht.
Maar ach, hij valt al vlug
op zijn billen terug.


© Tekst en illustratie
Anne de Vries-Neuteboom

zondag 18 januari 2009

Het vrolijke nijlpaard!!!






Het vrolijke nijlpaard!!!

Ergens in een heel mooi en erg ver land
Woonde een groot beest aan de moerasrand
het was een heel dik en vrolijk nijlpaard
Met, het klinkt wat gek; een krulletje in zijn staart

Alle andere nijlpaarden hadden dit krulletje in hun staart niet
En dat deed ons vrolijke nijlpaard soms wel eens wat verdriet.
Want alle andere diertjes die woonden in het moeras
Plaagden hem er altijd mee, dat hij anders dan de anderen was.

Op 15 mei was het zijn verjaardag
En zijn mama zei dat hij nu wat vriendjes uitnodigen mag.
Dus hij schreef samen met zijn mama aan iedereen een kaart
Aan de olifant, de koe, de leeuw,het varken en het paard.

De olifant schreef een kaartje terug en liet hem al heel gauw weten
Dat hij niet kon komen want hij moest een wedstrijd skaten.
Ook ontving hij een kaartje van de zwart wit gevlekte koe,
"Helaas ik kan niet komen want ik ben toch zo ontzettend moe!"

De leeuw had weer een heel andere smoes,
"ik kan niet komen want ik heb ruzie met mijn poes!"
Het paard wilde niet komen en zei toen maar gauw:
"ik kom toch zeker niet naar de verjaardag van JOU!!!"

 

Jij bent anders en gek en raar en stom
Jouw staart is niet recht zoals het hoort, maar krom
Er zit een stomme krul in en dat heeft niemand bij het moeras.
Het nijlpaard wou dat hij niet jarig geworden was.

Het nijlpaard moest huilen dikke tranen met tuiten
en ondertussen moest hij ook zijn neus nog eens snuiten.
Maar toen ging de deurbel en wie stond daar voor de deur???
Het was het varkentje, met zijn mooie roze kleur.

"Zeg nijlpaard waarom moet je toch zo huilen?
Je hoeft je toch niet de hele dag te verschuilen?
Trek je niks aan van wat ze zeggen over jouw staart,
Je moet niet huilen, dat zijn ze helemaal niet waard!

Laat ze maar kletsen, ze zijn zelf gewoon dom!
Denk je dat jij de enige bent met zo?n staart, zeg kom!!!
Kijk eens naar die van mij, mijn moeder, mijn vader, mijn zusje en mijn broer.
We hebben allemaal een krulletje, dat is gewoon stoer!!!"

Het nijlpaard kon weer lachen en zingen
En samen met het varken ging hij op het bed springen!
Ze dronken limonade en aten samen heel veel taart
En ze waren voortaan altijd trots op hun krulstaart!!!!




 

maandag 12 januari 2009

zaterdag 10 januari 2009

Muizenmasker

Dit heb je nodig
gekleurd karton
lijm
schaar
elastiek
potlood
crêpepapier
kleurpotloden, stiften of verf

Zo ga je te werk
Print het werkblad hieronder uit. Knip het masker uit. Neem de vorm over op gekleurd karton. Knip de vorm uit. Versier de voorkant van het masker met kleurpotloden, stiften of verf. Je kunt het ook met propjes crêpepapier of gewoon stukjes papier beplakken. Knip een paar dunne stroken papier, dit worden de snorharen van de muis. Plak deze op het snuitje. Knip dan de oogvormen uit. Bevestig een elastiekje aan de zijkanten en klaar is je muizenmasker!!